Goede zorg is afhankelijk van goed bestuur en intern toezicht in de zorgverlenende organisaties. Zorgverleners kunnen hun eigen beleid voor goed bestuur maken binnen het wettelijk kader dat door de overheid is vastgesteld.

Doel van goed bestuur in de zorgsector

Zorgverleners kunnen hun organisatie naar eigen inzicht structureren en eigen beslissingen nemen. De overheid houdt hierbij afstand. Zorgverleners moeten omgaan met de gevolgen van hun beslissingen. Dit betekent dat ze ook failliet kunnen gaan, dus het is belangrijk dat de organisaties hun zaken op orde hebben. Leiderschap, intern toezicht en risicobeheer zijn belangrijk.

Goed bestuur door zorgverleners betekent dat zij:

  • ervoor zorgen dat hun patiënten veilige zorg van goede kwaliteit ontvangen
  • duidelijk verantwoordelijkheid toewijzen binnen de organisatie
  • goed financieel beheer uitvoeren.

Toezicht op raden van bestuur van zorgaanbieders

De directie is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, veiligheid en continuïteit van de zorg in een organisatie. Hun beleid en beslissingen moeten worden beoordeeld door een interne instantie, meestal een raad van toezicht. De raad van commissarissen geeft constructieve kritiek, rekening houdend met het feit dat de organisatie een algemeen belang dient. Ze houden ook rekening met de opvattingen van patiënten en medewerkers.

Raden van toezicht kunnen een bestuurder ontslaan die volgens hen slecht presteert. Wanneer raden van commissarissen hun werk goed doen, is het risico op incidenten klein.

Toezicht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Naast het bewaken van de kwaliteit van de zorg, bewaakt de Inspectie voor de Gezondheidszorg de manier waarop zorgverleners worden geleid. Het houdt bijvoorbeeld de raad van bestuur ter verantwoording als zij hun verantwoordelijkheid om kwaliteit en veiligheid te waarborgen niet nakomen. De inspectie betrekt de raad van commissarissen ook bij het toezicht op de governance.

Toezicht door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA)

Zorgverleners moeten de kosten van zorg of behandeling op een bepaalde manier in rekening brengen. Management boards zijn verantwoordelijk voor het correct uitvoeren hiervan. De Nederlandse Zorgautoriteit controleert of hun administratieve zaken in orde zijn. Ook dat maakt deel uit van goed bestuur.

Verbetering van de kwaliteit van management en intern toezicht in de gezondheidszorg

De overheid wil de kwaliteit van het management en het interne toezicht in de gezondheidszorg verder verbeteren, bijvoorbeeld door een strengere aanpak van incompetentie en wanbeheer. Andere maatregelen zijn onder meer:

  • Het benadrukken van de gedefinieerde wederzijdse verantwoordelijkheid van bestuurders en toezichthouders, bijvoorbeeld door verplichte accreditatie en registratie van managers in de gezondheidszorg en het wijzigen van de governance code;
  • Versterking van extern toezicht op governance;
  • Toenemende patiëntenparticipatie, zodat het management beter rekening kan houden met hun behoeften.

Waar mogelijk ondersteunt de overheid ook initiatieven van zorgverleners om het management te verbeteren.

Concurrentie in de zorgsector

Zorgverleners zijn bedrijven in de zin van de Mededingingswet en moeten als zodanig de regels naleven. Ze mogen geen afspraken maken over concurrentie die patiënten benadelen. En ze mogen hun dominante marktpositie niet misbruiken. Dit geldt voor kleine en grote zorgverleners, van huisartsen en apothekers tot ziekenhuizen en groothandelaren in geneesmiddelen.

De richtlijnen van de zorgsector, uitgegeven door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), geven informatie over welke vormen van samenwerking en gedrag zijn toegestaan door de Mededingingswet en welke vormen niet.

Monitoring van fusies in de gezondheidszorg

Zorgverleners moeten hun plannen voor een fusie ter goedkeuring voorleggen aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA). Fusies die niet zijn goedgekeurd door de NZA zijn verboden. Dit is vastgelegd in de Wet marktordening gezondheidszorg. De zorgverleners moeten bij hun aanvraag een rapport opnemen over de waarschijnlijke effecten van de fusie.

De NZA keurt de fusie goed als:

  • de zorgverleners hebben goed nagedacht over de voordelen en risicos van een fusie en hebben hierover met alle betrokken partijen gesproken;
  • de fusie brengt het verstrekken van essentiële zorg niet in gevaar.

Nadat de NZA een aangevraagde fusie heeft goedgekeurd, kunnen meldingsplichtige zorgaanbieders hun plannen indienen bij de ACM. De ACM zal controleren of een licentie nodig is voor de voorgestelde fusie. Als dit het geval is, beslist de ACM of een licentie wordt uitgegeven.

Artikelen

Topics

Familie, zorg en Gezondheid

[ wgr ] Werk, Geld en Recht

[ wgr ] is een uitgave van Independing Media.

[ wgr ] gebruikt openbare nieuwsbronnen en afbeeldingen uit het publieke domein.

Redactie Keuze

Random Nieuws