Nederland heeft een speciale relatie met bepaalde landen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en werkt rechtstreeks samen met de betreffende regeringen. De vorm van dit partnerschap varieert van land tot land.

Soorten samenwerking met ontwikkelingslanden

De landen waarmee Nederland een directe werkrelatie heeft, zijn te vinden in de volgende vier focusregios: de Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De vorm van dit partnerschap varieert, afhankelijk van de specifieke behoeften van een land, de toegevoegde waarde van de Nederlandse bijdrage en de relevantie voor het algemene beleidskader van de overheid.

  • Brede SDG-relatie (duurzame ontwikkelingsdoelen)
    Nederland heeft een brede SDG-relatie met 10 landen met een laag ontwikkelingsniveau. Dit houdt in dat activiteiten worden georganiseerd die verband houden met verschillende VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDGs): onderwijs, werkgelegenheid, vrouwenrechten, seksuele gezondheid en reproductieve rechten, voedsel, water, klimaat en de rechtsstaat.
    De belangrijkste aandachtsgebieden zijn het creëren van kansen voor jongeren en vrouwen. De activiteiten worden gefinancierd met geld dat wordt beheerd door de Nederlandse ambassade en met programmas die specifiek zijn gericht op het land in kwestie.
    Nederland heeft een brede SDG-relatie met Mali, Niger, Burkina Faso, Ethiopië, Zuid-Sudan, Oeganda, Jemen, de Palestijnse gebieden, Afghanistan en Burundi.
  • Ontwikkelingsrelatie gericht op specifieke doelstellingen
    Nederland heeft een ontwikkelingsrelatie met 10 lage- en middeninkomenslanden die zich richten op een specifieke doelstelling voor dat land. Voorbeelden hiervan zijn de opvang van vluchtelingen in Libanon en Jordanië, wederopbouw in Irak en voedselzekerheid in Benin en Mozambique. Met uitzondering van Libanon, Jordanië en Irak biedt Nederland deze landen minder geld dan landen waarmee het een brede SDG-relatie heeft.
    Nederland heeft een relatie op basis van specifieke doelstellingen met de volgende landen: Kenia, Somalië, Libanon, Jordanië, Irak, Egypte, Tunesië, Benin, Mozambique en Bangladesh.
  • Ontwikkelingsrelatie als onderdeel van een breder buitenlands beleid
    Nederland heeft een beperkt partnerschap met nog eens 8 landen. De steun aan de volgende landen is gericht op onveiligheid, instabiliteit en het voorkomen van irreguliere migratie: Tsjaad, Mauritanië, Senegal, Nigeria, Soedan, Marokko, Algerije en Libië.

Uitfasering van de ontwikkelingsrelatie

Nederland is momenteel bezig zijn ontwikkelingsrelatie met een aantal landen te verkleinen. De ontwikkelingsrelatie met Indonesië en Ghana eindigt in 2020. De activiteiten in Rwanda zullen in hetzelfde jaar worden beëindigd. Deze ontwikkelingsrelaties zullen worden vervangen door intensievere handelsrelaties.

Plannen voor ontwikkelingssamenwerking met 28 landen

Nederland heeft ontwikkelingssamenwerkingspartnerschappen met 28 landen. Voor elk van deze landen is een strategisch meerjarenplan opgesteld met een ontwikkelingsbeleid.

  1. Afghanistan
  2. Algerije
  3. Bangladesh
  4. Benin
  5. Burkina Faso
  6. Boeroendi
  7. Tsjaad
  8. Egypte
  9. Ethiopië
  10. Irak
  11. Jordanië
  12. Kenia
  13. Libanon
  14. Libië
  15. Mali
  16. Mauritanië
  17. Marokko
  18. Mozambique
  19. Niger
  20. Nigeria
  21. Palestijnse grondgebieden
  22. Senegal
  23. Somalië
  24. Zuid Soedan
  25. Soedan
  26. Tunesië
  27. Oeganda
  28. Jemen

Artikelen

Topics

Internationale samenwerking

[ wgr ] Werk, Geld en Recht

[ wgr ] is een uitgave van Independing Media.

[ wgr ] gebruikt openbare nieuwsbronnen en afbeeldingen uit het publieke domein.

Redactie Keuze

Random Nieuws