De Nederlandse overheid doet veel dingen om klimaatverandering te voorkomen. Het maakt bijvoorbeeld afspraken met bedrijven over minder energieverbruik.
Aanpassing aan de effecten van klimaatverandering
Nederland moet zich aanpassen aan de effecten van klimaatverandering. Het moet bijvoorbeeld dijken en duinen versterken en stormafvoeren aanpassen zodat ze grotere hoeveelheden water kunnen verwerken.
Klimaatscenarios ontwikkeld door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) vertellen de overheid met welke risicos ons land wordt geconfronteerd. Op deze manier kan Nederland zich aanpassen aan een veranderend klimaat.
De uitstoot van broeikasgassen verminderen door de industrie en energiebedrijven
In Nederland zijn industrie en energiebedrijven verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle broeikasgasemissies. Grotere bedrijven vallen onder het EU-emissiehandelssysteem (ETS). Hun koolstofemissies moeten worden gedekt door "emissierechten". Bedrijven kunnen deze binnen de Europese Unie met elkaar verhandelen.
Het ETS is niet van toepassing op kleinere bedrijven en bedrijven zoals energiedistributeurs en afvalverwerkingsfabrieken. In plaats daarvan vallen deze onder de volgende maatregelen:
- Subsidieregeling duurzame energie (SDE +) voor bepaalde vormen van duurzame energie;
- Emissienormen voor middelgrote stookinstallaties;
- Voorschriften inzake gefluoreerde gaslekken. Bedrijven moeten hun installaties regelmatig inspecteren op lekkage van broeikasgassen;
- Meer dan 20 industrieën hebben plannen om te beschrijven hoe ze tegen 2030 50% energiezuiniger worden.
Transportemissies verminderen
Transport, inclusief vrachtvervoer, is goed voor ongeveer 20% van de broeikasgasemissies in Nederland. De sector werkt om deze uitstoot op verschillende manieren te verminderen:
- Er zijn emissienormen voor personenautos en bestelautos. Er zullen ook normen worden ingevoerd voor vrachtwagens.
- Handelsorganisaties, Nederlandse Spoorwegen (NS), Schiphol en de haven van Rotterdam hebben afspraken gemaakt over duurzame transportmobiliteit. Ze vernieuwen bijvoorbeeld hun rollend materieel en maken het energiezuiniger.
- Brandstofleveranciers moeten benzine en diesel mengen met biobrandstoffen. Tegen 2020 moeten deze brandstoffen ten minste 10% biobrandstoffen bevatten.
Vermindering van emissies in bouw en woningbouw
Ongeveer 15% van de broeikasgasemissies in Nederland is afkomstig van gas en elektriciteit die wordt gebruikt in huizen en andere gebouwen. Het Energy Agreement for Sustainable Growth bevat maatregelen voor gebouwen om sneller meer energie te besparen. Waaronder:
- Organisaties in de bouw- en woningsector zullen minstens 300.000 woningen per jaar energiezuiniger maken.
- De Energy Performance Coefficient (EPC) is een energie-efficiëntienorm waaraan alle nieuwe gebouwen moeten voldoen. In de komende jaren zal de regering de EPC geleidelijk verlagen. Hoe lager de EPC, hoe efficiënter het gebouw.
- 15 "blok voor blok" -projecten. Gemeenten en bedrijven kijken naar energiebesparende opties voor hele huizenblokken.
Emissies in de land- en tuinbouw verminderen
Land- en tuinbouw zijn verantwoordelijk voor 10% tot 15% van de broeikasgasemissies in Nederland. De glastuinbouw stoot het meeste koolstofdioxide uit. Vee en landbouw zijn belangrijke bronnen van methaan en stikstofoxide. Dit zijn ook broeikasgassen. Maatregelen om de uitstoot van land- en tuinbouw te verminderen zijn onder meer:
- het innovatieprogramma voor klimaatneutrale kassen;
- veehouders aanmoedigen om duurzaam diervoeder te gebruiken en kunstmest zo efficiënt mogelijk te gebruiken;
- het genereren van biogas uit mest.