Het lidmaatschap van het Koninklijk Huis wordt geregeld door de Act of Parliament. Niet alle leden van de koninklijke familie zijn ook lid van het Koninklijk Huis. Leden van het Koninklijk Huis kunnen ook hun lidmaatschap verliezen.
Leden van de koninklijke familie en het koninklijk huis
In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen de koninklijke familie en het koninklijk huis. De koninklijke familie is de familie van Orange-Nassau.
Sinds 2002 bepaalt de wet dat het lidmaatschap van het Koninklijk Huis voorbehouden is aan familieleden van de vorst in de eerste en tweede graad van bloedverwantschap. Dit geldt niet voor degenen die in 2002 al lid waren van het Koninklijk Huis. Ze behouden hun lidmaatschap volgens de vorige regels.
De volgende leden van de koninklijke familie vormen het Koninklijk Huis:
- het staatshoofd (de koning);
- het voormalige staatshoofd;
- familieleden van het staatshoofd in de eerste en tweede graad van bloedverwantschap, zoals kinderen, kleinkinderen en broers en zussen, die in aanmerking komen voor opvolging van de troon;
- de echtgenoten van deze leden;
- leden van de koninklijke familie die lid zijn van het Koninklijk Huis op basis van de overgangsregeling voorzien in het lidmaatschap van de Royal House Act.