Er zijn verschillende soorten basisscholen in Nederland. Sommige zijn openbaar en sommige zijn particulier. Naast reguliere basisscholen zijn er ook speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs.

Openbare scholen

Publieke scholen staan open voor alle kinderen. Lesgeven op deze scholen is niet gebaseerd op religie of overtuiging.

Als er geen plaatsen beschikbaar zijn op de school van de ouders, moet de gemeente ervoor zorgen dat het kind naar een andere openbare school kan gaan. Als er geen alternatieve school in de buurt is, moet een privéschool hem of haar toelaten.

Prive scholen

Leerlingen op particuliere scholen worden onderwezen volgens religieuze of ideologische overtuigingen. Soorten privé-scholen zijn rooms-katholiek, protestants, islamitisch of hindoe. Particuliere scholen kunnen weigeren leerlingen toe te laten of leraren in dienst te nemen wier overtuigingen verschillen van die van de school.

Niet-confessionele particuliere scholen

Niet-confessionele particuliere scholen geven les volgens een bepaald onderwijsethos. Ze identificeren zich niet met een bepaalde religie of ideologie. Voorbeelden hiervan zijn Montessori, Dalton, Jena Plan en Steiner schools. Openbare scholen en confessionele particuliere scholen kunnen ook werken volgens een specifiek onderwijsethos. Dit is meestal duidelijk uit de naam van de school.

Brede scholen

Brede scholen combineren onderwijs met activiteiten zoals naschoolse opvang, sport, welzijnsvoorzieningen en cultuur. Sommige brede scholen organiseren extra taallessen of naschoolse activiteiten zoals huiswerkcoaching, sport- of muzieklessen. Dit geeft kinderen grotere ontwikkelingskansen.

Brede scholen zijn er niet alleen voor de leerlingen, maar ook voor ouders en de buurt. Ze kunnen opvoedingsklassen of inburgeringscursussen aanbieden. Het hangt af van wat de gemeenschap nodig heeft. Dit maakt elke brede school uniek.

Speciale scholen voor basisonderwijs en scholen voor speciaal onderwijs

Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plaats bieden. Dit kan een plaats zijn in het reguliere onderwijs of in het speciaal onderwijs.

Speciale scholen voor basisonderwijs (SBO-scholen) hebben kleinere klassen, zodat kinderen meer begeleiding krijgen. Scholen voor speciaal onderwijs (SO-scholen) zijn gericht op kinderen met een handicap, chronische ziekte of ernstige gedragsproblemen.

Leerlingen op SBO-scholen krijgen dezelfde vakken als kinderen op reguliere basisscholen.

Internationaal georiënteerd basisonderwijs (IGBO)

Elf scholen in Nederland bieden internationaal georiënteerd basisonderwijs (IGBO). Deze scholen verzorgen:

  • kinderen van expats die voor langere tijd in Nederland wonen of werken;
  • kinderen van Nederlandse ouders, die in het buitenland hebben gewoond en daar naar school zijn geweest;
  • kinderen van Nederlandse ouders, die tijdelijk in Nederland wonen.

IGBO-scholen zijn niet onafhankelijk. Ze zijn altijd verbonden aan Nederlandse basisscholen. Alle onderwijs en communicatie is in het Engels.

De Nederlandse overheid erkent en financiert scholen met een IGBO-afdeling en biedt extra financiering voor elke leerling die het IGBO-programma volgt. De kwaliteit van IGBO-onderwijs wordt gecontroleerd door de onderwijsinspectie.

IGBO wordt gereguleerd door de Primary Education Act (WPO).

Er zijn ook een aantal internationale en buitenlandse scholen in Nederland die niet-Nederlandse leerlingen verzorgen. Dit zijn particuliere scholen die geen financiering ontvangen van de Nederlandse overheid.

Artikelen

Topics

Onderwijs

[ wgr ] Werk, Geld en Recht

[ wgr ] is een uitgave van Independing Media.

[ wgr ] gebruikt openbare nieuwsbronnen en afbeeldingen uit het publieke domein.

Redactie Keuze

Random Nieuws