Hoger onderwijs omvat hoger beroepsonderwijs (HBO) en universitair onderwijs (WO). Dit soort onderwijs wordt respectievelijk verzorgd door HBO-instellingen (hogescholen) en universiteiten.
Bachelor- en masteropleidingen
Alle HBO- en universitaire opleidingen vallen onder het bachelor-master systeem. Bacheloropleidingen zijn breder, terwijl masteropleidingen leiden tot specialisatie in een gekozen vakgebied. HBO bacheloropleidingen duren vier jaar, universitaire bacheloropleidingen drie. Een masteropleiding duurt maximaal twee jaar, terwijl masteropleidingen in engineering langer kunnen duren.
Europees overschrijvingssysteem
De werklast van studenten wordt bepaald met behulp van het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één credit 28 uur werk vertegenwoordigt. Studenten moeten minimaal 60 studiepunten per jaar behalen.
Hoger beroepsonderwijs (hbo)
De 43 HBO-instellingen of hogescholen bieden samen 200 programmas in een breed scala van disciplines. Ze bieden theoretische en praktische training voor beroepen waarvoor een hogere beroepskwalificatie vereist of nuttig is. Afgestudeerden vinden werk op verschillende gebieden, waaronder midden- en hooggelegen banen in de handel en industrie, sociale diensten, gezondheidszorg en de publieke sector.
universitaire opleiding
Universiteiten combineren academisch onderzoek en onderwijs. Universitair onderwijs richt zich op opleiding in academische disciplines, het onafhankelijk nastreven van wetenschap en de toepassing van wetenschappelijke kennis in de context van een beroep en heeft tot doel het begrip van de bestudeerde fenomenen in de verschillende disciplines te verbeteren en nieuwe kennis te genereren.
Nederland heeft 13 universiteiten, waaronder drie technische universiteiten. Wageningen University wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vanwege haar agrarische wortels.
De overheidssubsidie die aan een universiteit wordt toegekend, is gedeeltelijk afhankelijk van prestatie-indicatoren, zoals het aantal eerstejaarsstudenten en het aantal toegekende bachelor- en masterdiplomas. Universiteiten kunnen de overheidssubsidie naar eigen inzicht gebruiken voor onderwijs of onderzoek. Universiteiten dragen zelf de kosten van huisvesting en infrastructuur.
HBO-instellingen ontvangen financiering uit verschillende bronnen, waaronder overheidssubsidies, collegegeld en inkomsten uit contracten met derden (voornamelijk om onderwijs te bieden). Bijna 92% van de totale overheidssubsidie wordt betaald als een bloksubsidie die de instelling naar eigen inzicht kan besteden aan personeels-, materiaal- en huisvestingskosten.
De grootste verandering in het hoger onderwijs in de afgelopen jaren was de introductie van het bachelor-master-systeem in 2002 om de internationale mobiliteit van studenten te vergroten. In overeenstemming met deze wijziging is het accreditatiesysteem vereenvoudigd. Programmas moeten aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoen om te worden geaccrediteerd.
Diplomasupplement
Volgens de Nederlandse wet moet het diplomasupplement uitgegeven door instellingen voor hoger onderwijs het sjabloon gebruiken dat gezamenlijk is ontwikkeld door de Europese Commissie, de Raad van Europa en UNESCO.
Geïnteresseerd in studeren in Nederland?
De Nuffic (Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs) biedt uitgebreide informatie voor studenten die geïnteresseerd zijn om naar Nederland te komen om te studeren aan een HBO-instelling of universiteit.
Legaliseren van buitenlandse kwalificaties
Heb je een buitenlandse onderwijskwalificatie en wil je weten wat het Nederlandse equivalent ervan is? Of wil je werken of studeren in Nederland na het behalen van een buitenlandse kwalificatie?
Twee instanties evalueren verschillende soorten buitenlandse kwalificaties:
- de Nederlandse Organisatie voor Internationale Samenwerking in het Hoger Onderwijs (Nuffic) evalueert kwalificaties voor theoretisch gebaseerd middelbaar beroepsonderwijs, algemeen en voorbereidend universitair voortgezet onderwijs en hoger onderwijs;
- de samenwerking Beroepsonderwijs, opleiding en de arbeidsmarkt (SBB) evalueert stageplaatsen en kwalificaties van hoger beroepsonderwijs.
Voor deze services gelden bepaalde kosten.
Controleer dit voordat u zich inschrijft
Voordat u zich aanmeldt voor een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs in Nederland, moet u ervoor zorgen dat het een door de Nederlandse autoriteiten erkende instelling is en dat het aangeboden programma is geaccrediteerd door de NVAO. Als een instelling bachelor-, master- of andere programmas aanbiedt die niet zijn geaccrediteerd door de NVAO, maar door een instantie in een ander land, kunnen de graden in dat land worden erkend, maar niet in Nederland.
Erkenning
Het Nederlandse hoger onderwijssysteem is binair, bestaande uit onderzoeksintensieve universiteiten die bachelors, masters en Ph.D. programmas aan de ene kant, en hogescholen, die overwegend professioneel georiënteerde bacheloropleidingen (en sommige masters) aanbieden, aan de andere kant. Nederlandse instellingen bieden samen meer dan 1.560 internationale studieprogrammas en cursussen aan. De meeste hiervan zijn erkend door het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en daarom geregistreerd in het Centrale Register van programmas voor hoger onderwijs (CROHO), dat momenteel alleen in het Nederlands beschikbaar is.
accreditatie
De instellingen mogen alleen internationale studenten naar behoren erkend onderwijs aanbieden. De Nederlandse Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vereist dat alle opleidingen van universiteiten en hogescholen worden beoordeeld aan de hand van een reeks criteria. Dit wordt accreditatie genoemd. Accreditatie in Nederland is een formeel en onafhankelijk besluit dat aangeeft dat een instelling of programma voldoet aan bepaalde vooraf gedefinieerde kwaliteitsnormen die, vanuit een internationaal perspectief, redelijkerwijs van een bachelor- of masterprogramma kunnen worden verwacht. De Accreditatieorganisatie van Nederland en Vlaanderen voert deze taak uit. De NVAO erkent alleen bachelor- en masterprogrammas. Ph.D. programmas vallen onder de verantwoordelijkheid van de individuele universiteit en vallen daarom buiten de scope van het accreditatieproces.
Hoger niveau korte cursussen en aangepaste programmas kunnen ook worden aangeboden aan internationale studenten. Als deze ook een erkend element zijn in een geaccrediteerd bachelor- of masterprogramma, is hun kwaliteit gegarandeerd. Als de cursus of het programma op maat niet kan worden geïdentificeerd als onderdeel van een erkend bachelor- of masterprogramma, moet de instelling de kwaliteit van de cursus of het programma op maat aantonen. Houd er rekening mee dat diplomas van korte cursussen en aangepaste programmas niet in aanmerking komen voor legalisatie / authenticatie / certificering.
Studenten krijgen pas erkende graden na het voltooien van een erkende opleiding, en alleen diplomas van erkende programmas komen in aanmerking voor legalisatie / authenticatie / certificering. Neem voor meer informatie contact op met DUO.
Gedragscode
Alle Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs die internationale studenten willen werven en gebruik willen maken van nationale beurzenprogrammas, moeten zich houden aan de Gedragscode. Deze code stelt een reeks regels vast die een kwaliteitsnorm vaststellen waaraan de onderwijsprogrammas die worden aangeboden aan internationale studenten moeten voldoen. In ruil daarvoor vereenvoudigen, uniformeren en versnellen de Nederlandse immigratiediensten de visumprocedures. De code dient dus als een methode voor kwaliteitsborging voor instellingen voor hoger onderwijs. Een onafhankelijke commissie houdt toezicht op de naleving van de code. Internationale studenten en andere belanghebbenden kunnen bij deze commissie klachten indienen als zij van mening zijn dat een instelling in strijd is met de regels in de Gedragscode.