De Nederlandse overheid wil ervoor zorgen dat Nederlandse bedrijven maatschappelijk verantwoorde handelspraktijken in het buitenland aangaan. Dit betekent dat bedrijven bij hun activiteiten rekening moeten houden met mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het milieu.
Bevordering van internationale sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (ICSR)
- Van Nederlandse bedrijven wordt verwacht dat ze voldoen aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Als ze bijvoorbeeld aan handelsmissies willen deelnemen, moeten ze kunnen aantonen dat ze de OESO-richtlijnen onderschrijven. Tegen 2023 wil de overheid dat 90% van alle grote bedrijven aangeeft dat ze voldoen aan de OESO-richtlijnen (het 90% -doel) en informatie publiceren die dit ondersteunt, bijvoorbeeld in hun jaarverslagen of op hun websites. Om de twee jaar tussen nu en 2023 zal de overheid controleren hoeveel bedrijven de OESO-richtlijnen hebben aanvaard en dit nieuws openbaar hebben gemaakt. Bedrijven kunnen meer lezen over de 90% -doelstelling op de website van het Netherlands Enterprise Agency (RVO.nl). De website biedt ook nuttige informatie over hoe zij hun bedrijfsactiviteiten maatschappelijk verantwoord kunnen maken.
- De overheid biedt subsidies aan bedrijven die zich willen bezighouden met ICSR en misbruiken aanpakken. Een dergelijk schema is het RVO.nl-fonds voor verantwoord ondernemen.
- Bedrijven komen alleen in aanmerking voor overheidssteun voor zakendoen in het buitenland, zoals investeringssteun en deelname aan handelsmissies, als ze kunnen aantonen dat ze voldoen aan de OESO-richtlijnen. RVO.nl en de regionale ondersteuningsbureaus, die kunnen helpen bij het vinden van internationale handelspartners, stellen deze eis ook.
- De regering onderhandelt ook over overeenkomsten over internationaal verantwoord zakelijk gedrag (IRBC) met Nederlandse bedrijfssectoren en maatschappelijke organisaties. Deze IRBC-overeenkomsten bevatten de risicos die moeten worden vermeden op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het milieu. Tot op heden zijn verschillende IRBC-overeenkomsten gesloten.
- De overheid geeft informatie over de mogelijke ICSR-risicos die bedrijven kunnen tegenkomen, waaronder risicos voor de mensenrechten, arbeidsomstandigheden of het milieu, en wat zij kunnen doen om deze risicos te beperken. Bedrijven kunnen de CSR-risicocontrole gebruiken om te zien met welke ICSR-risicos zij mogelijk te maken krijgen. Ze kunnen ook de Due Diligence-richtlijnen van de OESO gebruiken voor hulp bij het opstellen van hun MVO-beleid.
- De regering werkt binnen de Europese Unie, de Wereldhandelsorganisatie, de Internationale Arbeidsorganisatie, de Verenigde Naties, de G20 en de OESO om internationale overeenkomsten over ICSR te versterken.
- De overheid maakt ook andere overheden bewust van hun MVO-verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassades en consulaten.
- Op verzoek van de overheid heeft KPMG de ICSR-risicos onderzocht die bedrijven en hun zakenpartners in het buitenland kunnen tegenkomen. De volgende 13 sectoren zijn blootgesteld aan de grootste risicos: bouw, chemische industrie, detailhandel, energie, financiën, groothandel, hout en papier, land- en tuinbouw, metaal, elektronica, olie en gas, textiel en kleding, en voedsel en drankenindustrie. Voor meer informatie hierover, zie de KPMG CSR Sector Risicobeoordeling.