Het nieuwe Wetboek van Strafvordering bestaat uit acht delen of "boeken". Het ministerie van Veiligheid en Justitie zal voor elk van deze boeken een wetsvoorstel indienen bij het parlement (de Tweede Kamer en de Senaat). De rekeningen worden gegroepeerd en in fasen ingediend.
Facturen voor de nieuwe code
Het Wetboek van Strafvordering wordt hernummerd. Het ministerie van Veiligheid en Justitie zal bij de indiening van de rekeningen bij het parlement rekening houden met de nieuwe nummering. Iedereen die de wetgeving moet beoordelen, zal duidelijk zien hoe de verschillende delen van de nieuwe code in elkaar passen.
De wetgevingskalender bevat de wetsvoorstellen die zijn ingevoerd in de Tweede Kamer.
Wie is er bij het wetgevingsproces betrokken?
Gewoonlijk worden andere organen en instellingen pas later bij het wetgevingsproces betrokken wanneer nieuwe wetten in het parlement worden voorgesteld. Maar het proces voor het nieuwe Wetboek van Strafvordering is anders. Vanaf het allereerste begin (de fase voorafgaand aan de raadpleging) zijn er externe instanties bij betrokken.
Ze namen bijvoorbeeld deel aan:
- vergaderingen van deskundigen;
- werkbezoeken;
- een nationale conferentie in 2014 en een andere in 2015;
- een werkgroep die de inhoud van de voorstellen en hun effecten, inclusief de financiële impact, beoordeelt.
De bijdragen van deze instanties hebben de rekeningen verbeterd - niet alleen wat betreft hun juridische inhoud, maar ook wat betreft de effecten van de uitvoering. De academische wereld is ook nauw betrokken en alle voorstellen worden besproken met de Code of Criminal Procedure Modernisation Commission. Professor Geert Knigge is de adviseur van het wetgevende team.