De Nederlandse regering wil dat ontvoerde kinderen zo snel mogelijk worden teruggebracht naar de plaats waar ze normaal gesproken wonen. Daarom voert de overheid de internationale overeenkomsten uit op basis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag.
Internationale overeenkomsten over de aanpak van kinderontvoering
Het Haags Verdrag inzake ontvoering van kinderen bevat internationale overeenkomsten over de aanpak van internationale ontvoering van kinderen. Elk land dat het verdrag heeft ondertekend, houdt zich aan deze overeenkomsten en heeft een centrale autoriteit waar ouders een aanvraag voor kunnen indienen als hun kind is ontvoerd en naar het buitenland is gebracht.
Als een kind is ontvoerd en naar het buitenland is gebracht, kan de achtergebleven ouder een verzoek indienen bij de Nederlandse Centrale Autoriteit voor zijn terugkeer. De autoriteit start vervolgens een gerechtelijke procedure om het kind zo snel mogelijk terug te krijgen. Als een kind in het buitenland is ontvoerd en naar Nederland is gebracht, beoordeelt de Nederlandse Centrale Autoriteit het verzoek van de Centrale Autoriteit in het buitenland om het kind naar dat land terug te sturen. De Nederlandse Centrale Autoriteit zorgt er vervolgens voor dat het verzoek tot terugkeer van het kind formeel wordt ingediend bij de rechtbank.
Als een kind uit Nederland wordt ontvoerd en naar een land wordt gebracht dat het Haags Verdrag inzake kinderontvoering niet heeft ondertekend, vraagt de Nederlandse Centrale Autoriteit om hulp van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Rechtsbijstand in gevallen van kinderontvoering
Als uw kind is ontvoerd maar u de juridische kosten voor het aanvragen van zijn terugkeer niet kunt betalen, komt u mogelijk in aanmerking voor rechtsbijstand. In dat geval betaalt de overheid een deel van uw juridische kosten. Of u in aanmerking komt, hangt af van uw inkomen en andere factoren.