Jongens en meisjes gedragen zich anders op school. Ze kiezen meestal voor verschillende vakcombinaties en studierichtingen. Bovendien lopen jongens vaak achter op meisjes als het gaat om prestaties.
Keuze uit toekomstige studie
Traditionele opvattingen over mannelijke en vrouwelijke banen bepalen vaak de door tieners gekozen studierichting. De overheid wil dit uitdagen. Meisjes kiezen bijvoorbeeld nog steeds niet voor technische cursussen en jongens kiezen meestal niet voor opleidingen als verzorgers of leraren in het basisonderwijs. De overheid wil dat jongens en meisjes op jonge leeftijd hun talenten en vaardigheden verkennen en identificeren en op basis daarvan later educatieve keuzes maken.
De loopbaanoriëntatie en begeleiding op scholen vormt hiervoor een belangrijke basis. Aan leraren wordt gevraagd zich bewust te zijn van gendergerelateerde verschillen in keuzegedrag en de noodzaak om jongens en meisjes aan te moedigen weloverwogen keuzes te maken op basis van hun eigen specifieke talenten.
Geslacht gevoeligheid
Genderongelijkheid wordt vaak veroorzaakt door de kwetsbaarheid van jongeren voor genderstereotypen. Dit kan vaste ideeën bevatten over hoe jongens en meisjes zich moeten gedragen.
Naast onderwerpkeuze en prestaties op school, is sociale invloed ook een belangrijke factor die de resultaten van leerlingen beïnvloedt, bijvoorbeeld een sterke groepsdruk onder tieners. Dit leidt vaak tot een anti-school houding, vooral bij jongens, terwijl van meisjes wordt verwacht dat ze hard werken en doen wat hen wordt opgedragen. Zoals hierboven opgemerkt, dicteren deze stereotypen vaak de onderwerpcombinaties die leerlingen kiezen of hun verdere opleiding.